• Hindi
  • Sanskrit
  • English
  • French
  • Portuguese
  • Dutch
  • Introcduction
  • Chapter 1
  • Chapter 2
  • Chapter 3
  • Chapter 4
  • Chapter 5
  • Chapter 6
  • Chapter 7
  • Chapter 8
  • Chapter 9
  • Chapter 10
  • Chapter 11
  • Chapter 12
  • Chapter 13
  • Chapter 14
  • Chapter 15
  • Chapter 16
  • Chapter 17
  • Chapter 18
  • Epilogue
  • 40 Verses
  • Gita in dutch

    Hoofdstuk 4

    [Home]

    HET PAD DER ZELFVERLOOCHENING DOOR KENNIS[1]

    KARMA-YOGA IS EEN OUDE VERGETEN GEBOD

     

    1. De Heer Krishna zei: Ik onderwees deze onvergankelijke yoga-wetenschap aan Vivasvän, de zonnegod, en Vivasvän onderwees haar aan Manu, de vader der mensheid, en Manu onderwees haar op zijn beurt aan Iksväku.
    2. Zo werd deze allerhoogste wetenschap van geestelijk leraar op leraar ontvangen en zo ontvingen de heilige vorsten haar. Maar in de loop der tijd raakte de geestelijke erfopvolging verbroken en hierdoor lijkt de wetenschap-zoals-ze-is verloren te zijn.
    3. Deze zeer oude wetenschap betreffende de verhouding met de Allerhoogste zet Ik thans uiteen aan jou, omdat je zowel Mijn toegewijde als Mijn vriend bent; dáádoor kun je het bovennatuurlijke mysterie van deze wetenschap doorgronden[2].

     

    HET DOEL VAN GOD’s INCARNATIE

     

    4.      Arjuna zei: De zonnegod Vivasvän is ouder van geboorte dan Jij. Hoe kan ik hiermee Je verklaringen rijmen, dat Je hem deze wetenschap in het begin hebt onderwezen?[3]

    5.      De Heer Krishna[4] zei: Vele, vele geboorten hebben zowel jij als Ik beleefd. Ik kan Me ze allemaal herinneren, maar jij niet, O bedwinger van de vijand!

    6.      Hoewel Ik ongeboren ben en Mijn bovenzinnelijk lichaam nooit vergaat en hoewel Ik de Heer van alle geboren wezens ben, verschijn Ik in ieder tijdvak in Mijn oorspronkelijke bovennatuurlijke kracht (Maya)[5]. (Zie ook 10.14)

    7.      Waar en wanneer ook maar de dienst van God in verval raakt, O telg van Bharata, en goddeloosheid de overhand neemt – daar en te dien tijde daal Ik Zelf neer.

    8.      Om de toegewijden te bevrijden en de goddelozen te verdelgen en om de beginselen der godsdienst te herstellen, verschijn Ik Zelf in tijdperk na tijdperk.[6]

    9.      Wie de bovenzinnelijke aard van Mijn verschijnen en handelen kent, wordt na het verlaten van zijn lichaam niet wedergeboren in de stoffelijke wereld, maar bereikt Mijn eeuwige woning, O Arjuna.

    10.  Vrij van gebondenheid, angst en woede, geheel in Me opgaand en Me als hun toeverlaat beschouwend, werden er in het verleden zeer velen gelouterd door kennis aangaande Mij – en zo vatten ze allen bovennatuurlijke liefde voor Me op[7].

     

    HET PAD VAN AANBIDDING EN GEBED

     

    11.  Allen volgen hoe dan ook Mijn weg, O zoon van Prthä, en naar gelang een ieder zich aan Mij overgeeft, beloon Ik hem.

    12.  De mensen van deze wereld wensen te slagen in hun baatzuchtig streven en aanbidden daarom de halfgoden. Baatzuchtige arbeid in deze wereld werpt natuurlijk snel vruchten af.

     

    WERKVERDELING NAARGELANG DE VAARDIGHEID VAN DE MENSEN

     

    13.  Overeenkomstig de drieërlei aard der stoffelijke natuur en de werkzaamheid daaraan toebedeeld, werden de vier geledingen der menselijke samenleving door Mij geschapen. En hoewel Ik de schepper van dit stelsel ben, dien je te weten dat Ik er niet aan gebonden ben, want Ik ben onveranderlijk. (Zie ook 18.41)

    14.  Er is geen enkele vorm van werk die invloed op Me heeft, noch houd Ik Me op met baatzuchtig streven. Wie deze waarheid aangaande Mij begrijpt, raakt evenmin als Ik verwart in de terugslagen van baatzuchtig werk.

    15.  Alle bevrijde zielen van vroeger handelden vanuit dit inzicht en verkregen zo hun bevrijding. Doe daarom zoals de ouden en vervul je plicht in dit goddelijk bewustzijn[8].

     

    GEBONDEN, ONTBONDEN, EN VERBODEN DADEN

     

    16.  Zelfs de schranderen weten in het geheel niet wat handelen en wat niet-handelen is. Ik zal je nu uitleggen wat handelen is en weet je het eenmaal, dan zul je bevrijd zijn van alle zonden.

    17.  Handelen is zoiets ingewikkelds, dat het zeer moeilijk te begrijpen valt. Daarom dient men nauwkeurig te weten wat handelen, wat verboden handelen en wat niet-handelen is.

     

    EEN KARMA-YOGI IS NIET ONDERWORPEN AAN DE KARMISCHE WETTEN

     

    18.  Wie niet-handelen in handelen en handelen in niet-handelen ziet, is waarlijk schrander en bevindt zich, ook al verricht hij allerlei bezigheden, op het bovennatuurlijk vlak. (Zie ook 3.05, 3.27, 5.08 en 13.29)

    19.  Wie bij geen enkel handelen verlangt naar zinsbevrediging, wordt geacht volledige kennis te bezitten. De wijzen noemen zo iemand een werker wiens baatzuchtig streven is opgebrand in het vuur der volmaakte kennis.

    20.  Alle gehechtheid aan de vruchten van zijn arbeid opgevend, voortdurend tevreden en onafhankelijk, laat hij elk baatzuchtig streven varen, ook al is hij met allerlei zaken in de weer.

    21.  Wie dit inzicht  bezit gaat te werk met volmaakte beheersing van geest en verstand, laat alle eigendomsgevoel over zijn bezittingen varen en handelt slechts om in zijn allernoodzakelijkste levensbehoeften te voorzien. Zo wordt hij niet getroffen door de terugslagen van zondig doen en laten.

    22.  Wie tevreden is met wat hij vanzelf ontvangt, wie met één maat meet, vrij is van afgunst en evenwichtig in voor- en tegenspoed, raakt nimmer gebonden, hoe hij ook handelt.

    23.  Het doen en laten van iemand die niet gebonden is aan de geaardheden der stoffelijke natuur en geheel in bovenzinnelijke kennis verwijlt, gaat volkomen in het bovenzinnelijke op.

    24.  De Geest zal bij hem worden verwezenlijkt die alles als een manifestatie beschouwd, of een handelen van de Geest[9]. (Zie ook 9.16)

     

    VERSCHILLENDE TYPEN VAN GEESTELIJKE PRAKTIJKEN OF OFFERDADEN

     

    25.  Sommige yogi’s vereren de halfgoden met volmaakt gebrachte offers; andere offeren in het vuur van het Allerhoogste Brahman.

    26.  Sommigen offeren het luisteren en de zinnen in het vuur van de beheerste geest; andere offeren datgene wat de zinnen beroert, zoals geluid, in het offervuur.

    27.  Degenen die naar zelfverwerkelijking streven door geest en zinnen te beheersen, offeren zowel de werking van alle zinnen als de levenskracht (adem) in het vuur van de beteugelde geest.

    28.  Er zijn anderen, door het offeren van hun have en goed in barre onthouding verlicht, die zich aan strenge geloften houden en de achtvoudige yoga beoefenen; weer anderen verdiepen zich in de Veda’s om te groeien in bovennatuurlijke kennis[10].

    29.  Anderen weer offeren de uitademing (prana) in de inademing (apana); en de inademing in de uitademing; zij regelen en beheersen de stroom van de uitademing (prana) en de inademing (apana), volledig verzonken in adembeheersing (pranayama)[11].

    30.  Al deze yogi’s, die weten wat offeren betekent, worden verschoond van de terugslagen van hun zonden en nadat ze de nectar hebben geproefd van wat er van de offergaven overblijft, gaan ze binnen in de allerhoogste, eeuwige sferen[12].

    31.  Zij, die de levengevende nectar van het offer nuttigen, gaan in tot het onveranderlijke, eeuwige Brahman[13]. Deze wereld is niet voor degene die niet offert; de andere wereld nog veel minder, O Arjuna. (Zie ook 4.38, en 5.06).

    32.  Al deze verschillende vormen van offeren worden aanbevolen in de Veda’s en alle worden ze geboren uit verschillende vormen van werk. Weet je dit, dan zul je worden verlost. (Zie ook 3.14)

     

     

     

     

     

     

     

    HET BEREIKEN VAN TRANSCENDENTALE WIJSHEID IS EEN SUPERIEURE GEESTELIJKE PRAKTIJK

     

    33.  O tuchtiger van de vijand, het offeren van kennis is hoger dan het offeren van aardse goederen. O zoon van Prthâ, uiteindelijk stijgt het offeren van werk ten top in bovennatuurlijke kennis.

    34.  Tracht de waarheid te vernemen door je tot een geestelijk leraar[14] te wenden. Stel hem in alle bescheidenheid vragen en wees hem dienstbaar. Een zelfverwerkelijkte ziel[15] kan je de kennis overdragen, omdat ze de waarheid heeft doorschouwd.

    35.  Hebt ge u wijsheid eigen gemaakt, dan zult ge nooit meer in verwarring geraken, O Arjuna; door wijsheid zult ge alle schepselen zonder uitzondering in het Zelf zien en aldus in Mij. (Zie ook 6.29, 6.30, 11.07, 11.13)

    36.  Ook al wordt men als de zondigste der zondaars beschouwd, toch zal men, eenmaal aan boord van het schip der bovennatuurlijke kennis, de oceaan der ellende volledig oversteken.

    37.  Zoals laaiend vuur brandhout in as verandert, verbrandt ook het vuur der kennis alle terugslagen van het stoffelijk doen en laten tot as.

     

    TRANSCENDENTALE KENNIS IS AAN DE KARMA-YOGI AUTOMATISCH GEOPENBAARD

     

    38.  Er is in deze wereld niets zo verheven en zuiver als bovennatuurlijke kennis. Deze kennis is de rijpe vrucht van alle mystiek. En wie haar verworven heeft, zal spoedig in zichzelf de vreugde van het zelf ervaren. (Zie ook 4.31, and 5.06, 18.78).

    39.  Een gelovig mens, die in bovennatuurlijke kennis verankerd is en zijn zinnen in bedwang heeft, verkrijgt snel geestelijke rust of bevrijding.

    40.  Maar onwetende en ongelovige lieden, die de geopenbaarde Schriften in twijfel trekken, komen niet tot God-bewustzijn. De twijfelde ziel vindt noch in deze, noch in de volgende wereld, geluk.

     

    TRANSCENDENTALE KENNIS EN KARMA-YOGA ZIJN BEIDE VOOR NIRVANA NODIG

     

    41.  Hij, die door yoga alle handelingen heeft opgegeven, die door kennis en inzicht alle twijfel heeft uitgebannen, die beheerst wordt door het Zelf, wordt niet door handeling gebonden, O Arjuna[16].

    42.  Daarom moet de twijfel, die uit onwetendheid je hart bekropen heeft, worden vernietigd met het wapen der kennis. O Bharata[17], wapen je met yoga en sta op en strijd[18].

     

    In de Upanishads, genaamd de heilige Bhagavad Gîtâ, in de wetenschap van de Allerhoogste Geest, in het boek van devotie, in de samenspraak tussen de Heilige Krishna en Arjuna, staat aldus het vierde hoofdstuk, genaamd                                                      “Het Pad der Zelfverloochening door Kennis”.                                      



    [1] Anders gezegd: “Het Pad van Verstandelijke Zelfverloochening”.

    [2]R.P.:  Karma-yoga reeds in vorige hoofdstuk besproken, wordt als de opperste geheime wetenschap  van het juiste handelen door de Heer aangegeven. Naar Swami Karmananda, een beoefenaar van Karma-Yoga, tenzij de Heer Zelf de geheime wetenschap openbaart, kan niemand deze praktiseren, of zelfs begrijpen.

    [3] R.P.:  Arjuna vroeg hoe Krishna, een tijdgenoot van Arjuna, Vivasvän de wetenschap van Karma-yoga kon aanleren die vroeger in oude tijden werd geboren, lang voor de Heer Krishna. De leer van de Bhagavad-Gîtâ is niet enkel vijfduizend jaren oud, maar het is een oerkennis. De Heer Krishna herhaalt deze in de Gîtâ voor het welzijn van de mensheid. Alle grote meesters kwamen het vuur van de vergeten Waarheid aanwakkeren. Verschillende mensen hebben eertijds vele malen gezegd hetgeen wij nu horen of lezen.

    [4] Ook vertaalt “de Allerhoogste”, hetgeen in ieder geval de Heer Krishna betekent.

    [5] R.P.: De goddelijke kinetische energie (Maya) is de bovennatuurlijke, buitengewone, en mystieke kracht van God. De Materiële Natuur  staat bekent als de weerspiegeling van Maya. Er wordt gezegd dat de Heer Maya heeft geschapen om ons te misleiden zowel als om ons te controleren. Het woord “Maya” betekent ook ‘onwerkelijk’, ‘denkbeeldig’, of zijnde een misleidend beeld van de Realiteit. Door de kracht van Maya wordt onderscheid gemaakt tussen het algemeen bestaan distinctief van het Allerhoogste Wezen. Het Eeuwige Licht is de onzichtbare, potentiële kracht; Maya is kinetische energie, de macht van het handelen van de Heer. Ze zijn onafscheidbaar zoals vuur van warmte. Maya wordt tevens als metafoor gebruikt om de zichtbare wereld aan gewone mensen te verklaren.

    [6] In de verzen 7 en 8 wordt de leer van Dharma aangehaald. “Dharma” (religie), zijnde de natuurlijke en eeuwige functie van het levend wezen: het naleven van de wetten die door God zijn ingesteld en Hem met liefde en toewijding dienen.

    [7] R.P. vertaalt vers 10 als volgt: “Many have become free from attachment, fear, anger, and attained salvation by taking refuge in Me, by becoming fully absorbed in My thoughts, and by getting purified by the fire of Self-knowledge.” Ofwel, in het Nederlands: “Velen zijn van gehechtheid, vrees, haat, en behaalde welzijn bevrijdt door in Mij toevlucht te nemen, en in Mijn gedachten volledig te zijn ingenomen, om zich door het vuur van Zelfkennis te worden gezuiverd”.

    [8] Door R.P. vertaalt als volgt: The ancient seekers of salvation also performed their duties with this understanding. Therefore, you should do your duty as the ancients did. (4.15) “De  heilzoekers van het voorgeslacht volbrachten met deze kennis hun plichten. Daarom, vervullen jullie plichten zoals de ouderen het deden.”

    [9] Volgens de vertaling van R.P., namelijk: The Spirit shall be realized by the one who considers everything as a manifestation, or an act, of the Spirit.” (Also see 9.16) (4.24)

    [10] Verzen 25 tot 28 worden door R.P. als volgt samengevat: “Some yogis perform the service of worship to celestial controllers, while others study scriptures for Self-knowledge. Some restrain their senses and give up their sensual pleasures. Others perform breathing and other yogic exercises. Some give charity and offer their wealth as a sacrifice.” (4.25-28)  Vertaling: “Sommige yogi’s verrichten de dienst van aanbidding  aan de Stralenden, terwijl anderen de schriften bestuderen voor zelfkennis. Sommige beteugelen hun zintuigen om te komen tot volledige zelfbeheersing van zinnelijke genot. Andere volbrengen ademhaling en andere yogische  oefeningen. Nog weer anderen geven schenkingen en offeren hun rijkdom.” (4.25-28)

    [11] Het gaat om de beheersing van de vijf pranas.

     

    De Bhagavad-Gîtâ zoals ze is (Swami Prabhupâda) vertaald als volgt: “En er zijn er zelfs ook, die ertoe overgaan zich te oefenen in adembeheersing om daardoor in vervoering te geraken en ze beoefenen het tot stilstand brengen van de uitgaande lucht in de binnenstromende en de binnenstromende in de uitgaande en blijven zo tenslotte in vervoering, alle ademhaling stakend. Sommige van hen, die zich beperken in hun eten, laten de uitgaande adem uitgaan in zichzelf als offergave.”

     

     R.P. vertaalt als volgt in het Engels: “Those who are engaged in yogic practices, reach the breathless state of trance by offering inhalation into exhalation and exhalation into inhalation as a sacrifice (by using short breathing Kriya techniques).” (4.29) Vertaling: “ Zij die in de yogische praktijken zijn betrokken, bereiken als een offerande de ademloze trance toestand door inademing in de uitademing en de uitademing in de inademing ( door het gebruik van korte Kriya ademhaling technieken.)” (4.29)

     

    De grondige geestelijke betekenis en interpretatie van praktische en yogische verzen (4.29, 4.30, 5.27, 6.13; 8.10; 8.12; 8.13; 8.29 en 8.25) kunnen hier uitgelegd worden. Enkel een Zelf-gerealiseerde meester  van Kriya-yoga kan u erin onderwijzen. (R.P.)

     

    De ademhaling verloop kan vertraagd worden:

    1.        Door het gadeslaan van de in- en uitademing, zoals men de  oceanische golven heen en weer gaande kunnen observeren.

    2.        Het praktiseren van het diafragmatische  (of diep yogische) ademing.

    3.        Het gebruik van yogische technieken en Kriya-yoga.

    Het doel van de yogische praktijk is om het superbewuste of ademloos trance toestand te bekomen, door geleidelijk het ademhalingsproces te meesteren.

    [12] R.P. vertaalt: Others restrict their diet and offer their inhalations as sacrifice into their inhalations. All these people are the knowers of sacrifice, and are purified by their sacrifice. (4.30) Dra C. Keus vertaalt in het Nederlands: “Anderen, sober van dieet, offeren hun levensadem. Allen weten zij wat offeren is, en door offeren hebben zij hun zonden (karmische schuld) weggewist.” (4.30)

    [13] Opperwezen, Schepper.

    [14] Zelf-gerealiseerde meester.

    [15] Zelf-gerealiseerde ziel.

    [16] R.P. vertaalt als volgt: “Work does not bind a person who has renounced work ¾ by renouncing the fruits of work ¾ through Karma-yoga, and whose confusion with regard to body and Spirit is completely destroyed by the application of Self-knowledge, O Arjuna.” (4.41)  In het Nederlands nogal letterlijk vertaald: “Werk bindt niet de persoon die aan het werk heeft verzaakt – door aan de vruchten van het werk te verzaken – door Karma-yoga, waarvan de verwarring tussen lichaam en Geest door de toepassing van Zelfkennis volledig wordt vernietigd, O Arjuna.” (4.41) 

    [17] Arjuna.

    [18] Dra. C.Keus vertaalt: “Roei daarom met het zwaard van de wijsheid van het Zelf deze uit onwetendheid geboren twijfel in uw hart uit; wees gegrondvest in yoga. Sta op, O Bharata (Arjuna).” (4.42)